zaterdag 30 juli 2011

Nieuwsbrief 16 Oostwaarts

Donderdag 21 juli
We willen naar de Claichaig Inn lopen waar we gisteren gegeten hebben. Langs de weg is eigenlijk wel saai, dus zoeken we een ”proper” wandelpad door de glen. Het informatiecentrum kan ons helaas niet verder helpen en heeft meer snuisterijen en souvenirs te koop dan bruikbare informatie. Daarom gaan we maar de wandeling doen die we van Jenny kregen, de eigenares van het RYA centrum waar we bij aan het ponton liggen. Behalve een zeilschool vult ze ook de plaatselijke visvijver met forel. De wandeling die ze ons geeft gaat daar naar toe.

De wandeling stelt niet zoveel voor en daarom besluiten we de andere twee routes die er ook in de buurt zijn er maar aan vast te koppelen. Eigenlijk hadden we met de bus de Glen Coe in moeten gaan; het uitzicht schijnt spectaculair te zijn. We houden het tegoed voor een volgende keer. De rest van de dag lummelen we een beetje op de boot en gaan nog eens lekker zwemmen bij het hotel. Na het avondeten gaan we het blog bijwerken in de bar van het hotel: ze hebben wifi.

We have a hike to the Glencoe Lochan, have a chat with RYA instructor Simon and swim at the Isles of Glencoe Hotel.

Vrijdag 22 juli
De wekker gaat om zeven uur, maar we blijven nog een kwartiertje liggen. Na het ontbijt willen we vertrekken als Simon nog wat wil weten waar we van de week gezeild hebben. Simon is RYA instructeur en krijgt volgende week twee leerlingen die hij om Mull wil laten zeilen. We hadden hem gisteren nog een borrel beloofd maar dat is er door het internetten niet meer van gekomen.

Uiteindelijk vertrekken we ruim een half uur later dan berekend en daar betalen we een hoge prijs voor. In plaats van slack water loopt de stroom nu 4 knopen Glen Leven in. Terwijl we 6½ knoop door het water maken, schieten we er over de grond maar 2 op. Pijnlijk langzaam varen we de glen uit. Gelukkig is het water verderop een stuk wijder en de tegenstroom een stuk kleiner, anders hadden we een serieus probleem gehad. Nu motoren we in de windstilte naar de narrows van Loch Linnhe. Daar kunnen we nog fijn wat met transitolijnen en het peilkompas oefenen. Hoe zat dat ook alweer: als ik van kompas naar kaart ga, tel ik de magnetische variatie er dan bij op of trek ik die er van af? GEEN huiskamervraag hoor!

Aangekomen bij de ingang van het Caledonian Canal staan de deuren al uitnodigend open, met een sluiswachter als ontvangst comité. Onze vaste procedure bij een sluis is om eerst in een spring te varen. De sluiswachters verwachten echter meteen een voor- en achterlijn, dus ontstaat er even verwarring. Als we liggen krijgen we een uitgebreide uitleg wat we kunnen verwachten. En onze timing is perfect: er liggen nog twee jachten te wachten bij het eerste sluizencomplex om met ons mee omhoog te gaan.
Deze trap van acht sluizen wordt Neptune’s staircase genoemd. We moeten even wachten voordat we er in kunnen en leggen bij een van onze sluisgenoten aan. Het is een oud afgeragd Noors zeiljacht met vier jonge mannen er op. Een lijkt weggelopen uit de film Das Boot, met zijn lange baard en blonde haar. Een ander lijkt een gebroken neus te hebben en draagt een ooglap. Alle vier dragen slobberige joggingbroeken.

De romp van de boot zit onder de roestvlekken, ondanks dat het van polyester gemaakt is. Cheap as bouten gebruikt om de preekstoel vast te maken? De verf laat los op romp en dek. Het toegangsluik is van verweerd OSB. Op het dek liggen twee dikke lange stukken bamboe. De windmeter mist alle schoepjes. De motor braakt zwarte rook en volgens de schipper doet eigenlijk maar een van de twee cylinders het, als de diesel al een goede dag heeft. De boot heeft het duidelijk voor zijn kiezen gehad en is broodnodig aan wat liefde en aandacht toe.

Het verhaal achter de mannen is wel erg ok. De schipper (die er opmerkelijk fris geschoren uitziet) en de baard hebben een jaar vrij genomen van de universiteit en zijn vorig jaar met de boot naar de Caribbean vertrokken. Daarna zijn ze naar het noorden gezeild via Fort Lauderdale. Nu zijn ze 29 dagen geleden uit Halifax, Canada vertrokken en vanmorgen in het kanaal aangekomen. Petje af hoor! Naast hen voel ik me echt een toerist.


De schipper moet van het weekend terug naar huis ivm familiefeest. Ondanks hun afgeragde boot zijn de mannen in een opperbest humeur. Misschien wel omdat ze voor het eerst in een maand kunnen douchen. De andere twee gasten zijn vandaag net aangekomen als opstappers. Ze helpen de vaste bemanning met het schutten en dat is nodig ook. De motor wil namelijk wel starten en in zijn werk schakelen. Zodra de motor in zijn achteruit wordt gezet houdt het ding er meteen mee op en begint het alarm te piepen. Twee paar handen op de kant om de boot af te remmen zijn dan geen overbodige luxe.

De derde boot is een verveloze Ovni van een Frans stel. Veel sluizen zijn ze nog niet tegengekomen, want al bij de eerste sluis ligt het jacht flink schuin in de kom en probeert de eigenaar op de hand zijn zware boot tegen het heftig stromende water naar de muur te trekken. Het lukt hem niet, maar er gaat gelukkig niets fout. Pas in de vierde sluis heeft hij door hoe hij de boot het beste onder controle kan houden.

Zo gaan we met z’n drieen de trap van Neptunus op. Her en der lopen toeristen rond en maken foto’s. Alles gaat echter best wel beheerst en de sluiswachters begeleiden ons uiterst vriendelijk en professioneel. Helemaal boven aangekomen vinden we het wel genoeg voor vandaag en leggen vast, voor de Noren. Die vertrekken een uurtje later alle vier gewassen en fris naar Glasgow. Wij beproeven ons geluk in de bar van het plaatselijke hotel. Het valt een beetje tegen dus na een biertje houden we het vandaag voor gezien.

Last night we promised Simon a drink, but we were back form the hotel too late. Sorry! Before our departure he brings his chart to ask us about sailing and anchoring around the west of Mull. On arrival in the Caledonian Canal we meet a Norwegian yacht with 4 young men, in a worn out boat. They just crossed from Halifax Canada in 29 days. This being their first landfall they die for a shower! We feel like real tourists next to them.

Zaterdag 23 juli
Jarig! Moe C belt als eerste direct na het ontbijt. Wij varen door tot de enige drijvende pub in het kanaal. Daar heb ik weer bereik van de telefoon en ontvang nog wat meer felicitaties. Telefoonbereik: wat een perfecte smoes om aan het bier te gaan! De kaart ziet er niet zo bijzonder uit, dus houd ik nog een verjaardagsetentje tegoed.

It´s Bart´s birthday! To have mobile coverage we spend the afternoon in the floating pub Eagle on the water. That´s a good excuse to have a drink.

Zondag 24 juli
Schoten we gisteren al niet zo veel op, vandaag doen we het al
helemaal mak aan! Jan en Carin hadden goede herinneringen aan het Glengarry Castle Hotel, en dat heeft ook een ponton. Daar leggen we nu aan om er vanavond te gaan eten.

In de buurt is een cycle path en dat gaan we verkennen. Met de kaart in de hand gaan we op zoek naar het begin van het pad. Dat blijkt van grind te zijn en loopt onder een omgevallen boom steil omhoog. Klopt dat wel helemaal? We kruipen onder de boom door en klauteren de eerste driehonderd meter van het pad op. Dat lijkt eerder voor muilezels gemaakt dan voor fietsers. Zelfs met mountainbikes heb je hier niet zoveel te zoeken. We dalen weer af en proberen dan via de hoofdweg langs het meer te fietsen. De auto’s razen hard langs ons heen en het voelt echt niet veilig.
Een beetje teleurgesteld keren we terug naar de boot. Het weer is echter prachtig en we luieren de rest van de middag in de zon. Met het eind van de tour op de Wereldomroep is het echt vakantie. ’s Avonds eten we heerlijk in het geweldige hotel. Ik zou er best wel een week kunnen verblijven, ’s avonds diep weggezakt in de zachte fauteuils bij de open haard van de lounge, een Pimm’s in de ene hand en een boek van de huisbibliotheek in de andere, terwijl de regen tegen de grote ramen striemt. Na afloop lopen we via de tuin terug met uitzicht op het meer waar nu de Zeerover, een Gerard Dijkstra jacht, voor anker is gegaan. Het leven is zo slecht nog niet.

The cycle path above the Inver Garry seems better suitable for hikers. So we stick to the main road where traffic is really too quick to be safe on a bike. We have a fabulous dinner and evening in the Glengarry Castle Hotel! 

Maandag 25 juli
Vandaag varen we verder tot Fort Augustus. Hier zijn twee museumpjes die aangeraden worden te bezoeken. Voor het middaguur zijn we bij het plaatsje aangekomen en leggen aan voor de vier sluizen die je naar beneden, naar Loch Ness brengen.
Fort Augustus blijkt een echte tourist trap te zijn. Er worden hier letterlijk busladingen toeristen bij de sluizen afgezet. Onderaan lopen er tig rond; tweehonderd meter verder, bij de hoogste sluis, ligt er nog een enkele in het gras te slapen. Bij het meer staan de mensen in rijen voor de rondvaartbootjes die ze het Loch Ness op brengen.

Van de twee museumpjes kunnen we er maar een vinden, en dat is meer een winkeltje met Schotse toeristenprullen. Wat voor museumpje door moet gaan heeft zo’n “jolige” uitleg dat Siets en ik er direct op afknappen. Ter plekke besluiten we de twee dagen die we hier hadden willen uittrekken, tot een te beperken. Morgen weer verder! Dat betekent Loch Ness op. Teddy is al maanden gespannen, dat we naar het monster gaan. Ik bel dus even om te vragen of ze voor ons duimt.

Fort Augustus is a genuine tourist trap. I call home to a friend´s daughter, who is very nervous about us crossing Loch Ness and being exposed to the monster. Thumbs up!

Dinsdag 26 juli 2011
We kunnen gelijk met de eerste schutting mee door de sluizen naar Loch Ness. Zo vroeg in de ochtend en met de wind op kop moeten we eerst ons pak aan, maar gedurende de ochtend gaan de laagjes gestaag uit. Het leuke van deze meren is, dat ze echt enorm diep zijn. Oh ja, en dus niet opgegeten door het monster!
We komen dus tot pal onder Urquhart Castle. Echt een heel romantische plek. Bij Bona Ferry zien we slanke grijze eenden met een oranje nek en kop. Die moeten we toch echt opzoeken! Het zijn pijlstaarten.

Als we in de sluizen naar Inverness liggen, hoor ik Nederlands praten en zie ik bekende gezichten. Het zijn Wim en Margriet, ook Kustzeilers. Ze zijn met volle stroom mee op een (niet op de kaart staande niet betonde) onderwater-strekdam op de Elbe gevaren. Omdat de boot gerepareerd wordt, zijn ze nu met de auto in Schotland op vakantie. Het schutten wordt nu wel heel makkelijk met al die hulp. Omdat het nu spits is (zelfs in Inverness!), kan gelukkig de brug aan het einde van de flight niet open en kunnen we Wim en Margriet een glaasje aan boord aanbieden. In ons enthousiasme bieden we hen de laatste biertjes aan. Bart stelt zich tevreden met een glaasje witte wijn. Haha, dat is natuurlijk helemaal geen punt.

We pick up the first locking in the morning and spend a nice day on Loch Ness. In the Muirtown flight we meet Wim and Margriet from our sailing club. They join us for a drink while we wait for the swing bridge to open.

Woensdag 27 juli 2011
Bart vult de diesel bij. In zijn enthousiasme gaat de tank zo vol, dat de peilstok er niet meer bij past. Met een slang zuigt hij er maar weer wat diesel uit. Een andere optie is om de motor een half uurtje te laten draaien. Maar ja, climate change and all that...
Inverness is best een aardige plaats. Eerlijk gezegd ook wel weer lekker om ergens uitgebreid de boodschappen te kunnen doen. Natuurlijk vullen we de biervoorraad weer aan.

Inverness is very convenient for provisioning. We stock up for diesel and beer. All the essentials you might say!

Donderdag 28 juli 2011
De wekker loopt al om 05.30 uur af. Niet voor het tij deze keer, maar voor de bus en ook die wacht voor niemand. We gaan vandaag naar de Orkneys. We hebben ons aangemeld voor een tourtje. Een propvol programma, maar wij vinden het heerlijk. Ik heb de pagina’s van deze trip uit de wegenatlas gescheurd en volg onze tour op de voet.
In Wick komen we door de kortste straat ter wereld.

Huiskamervraag: Hoe heet deze straat van maar 1 deur breed?

De Orkneys zijn kaal. Hoe beschrijf je leegte en eenvoud van wonen? Wij vinden het indrukwekkend, met als hoogtepunt Skara Brae. Deze nederzetting is nog ouder dan de pyramides in Egypte! Het bijzondere is dat de inrichting van de hutten bewaard is gebleven omdat die van steen gemaakt waren. Onderweg op de ferry zien we onze eerste grote jagers (skua’s). Als we om half tien ’s avonds thuis zijn, kun je ons opvegen.

We booked a coach tour to the Orkneys! Quite impressive. We now know where to go on our next longer sailing trip.

Vrijdag 29 juli 2011

De sluiswachter die ons door de laatste sluizen en de spoorbrug moet loodsen is alleen en heeft 8 boten in twee richtingen te begeleiden; hij heeft stress.
Gelukkig weet iedereen wat hij moet doen en komen we heel beneden.
Onderweg worden we aan alle kanten door zeehonden omringd. De veel geroemde dolfijnen van de Moray Firth zien we alleen niet.

We komen om zes uur 's avonds aan bij

Lossiemouth. Hoe we ook rekenen, we kunnen er nog niet in. Dat kan pas 2 uur na laagwater en het is nu laagwater. Dus gaan we voor anker buiten de haven en koken ons diner. Omdat we erg rollen, bindt Bart de emmer aan de giek en draait die buitenboord. Ha, dat werkt! De emmer dempt de bewegingen. Als we na de koffie de haven binnen varen, zien we verder op zee het cruiseschip Aida langs varen. Die zagen we 3 maanden geleden in Dover!

Lossiemouth heeft duidelijk geïnvesteerd in de pleziervaart nu de visserij is ingestort. De plaats is wel erg kaal, maar dat komt misschien nog. Ze moeten eerst maar weer eens geld verdienen hier.

We arrive at Lossiemouth at low water. To get in, we need to wait until 2 hours after LW. No worries, we anchor in front of the harbour and have dinner. Bart prepares a flopper stopper by lowering the bucket from the boom. It works!

Zaterdag 30 juli 2011
Havenmeester Duncan komt even buurten. Hij wil weten waar Medemblik ligt. Hij kent alleen IJmuiden en doet een beroep op zijn lang vervlogen schooljaren om zich te herinneren, dat Nederland het IJsselmeer heeft. Hij biedt aan om Bertie, havenmeester van Whitehills, alvast te bellen, zodat hij ons verwacht.
We motorsailen tegen de oostenwind in. Vandaag weer geen Moray Firth-dolfijnen; wel grote jagers en zeekoeten. De wind volgt de contouren van het land. Steeds als ik denk wat af te kunnen vallen rond een landpunt heen, buigt de wind mee. Het blijft dus wind op de neus. Op de radio wordt verslag gedaan van een murder investigation door Scotland Yard.

Waarom heet dat eigenlijk SCOTLAND Yard? Ja, dit is een huiskamervraag! Wegens de late publicatie van deze vragen, heeft iedereen tot 8 augustus de tijd antwoorden in te zenden.
Als ik hem oproep, zegt Bertie dat hij ons opvangt in de haven. Na een hele briefing deelt hij mee, dat er een gratis maaltijd bij het liggeld in zit. Ja, grapje zeker!? Maar nee, aan het uiteinde van het ponton groeien mosselen. Bart haalt er een emmer vanaf en is vervolgens de hele avond bezig ze schoon te maken. Maaltijd voor morgen dus!

Plain motor sailing today on our way to Whitehills. Harbourmaster Bertie welcomes us on the visitor´s pontoon. He informs us a free meal is included in the mooring fee. I guess he is just fooling around, because we are cheap dutchies!? But no, mussels are growing on the far end of the pontoon. Bart spends the whole evening on cleaning them.

Zondag 31 juli 2011
Het verkennen van Whitehills is zo gebeurd. We doen eigenlijk niets vandaag en genieten er met volle teugen van. Bart vangt naast makreel zijn eerste platvis: een scharretje. Volgens mij is hij ondermaats, maar Bart heeft later spijt dat hij ´m teruggezet heeft.

Bart cathes his first dab, a flat fish. I think it is too small to keep and later Bart is sorry he put it back.

Maandag 1 augustus 2011
Bertie is opgelucht, dat we nog gezond zijn. Hij vertelt iedereen over de mosselen, maar niemand schijnt ze ooit te eten. Totdat wij kwamen.
De bus naar Elgin en Dufftown brengt ons langs kleine kustplaatsjes met nog kleinere havens, somds niet groter en dieper dan een olypisch zwembad. De rit door de Speyside gaat langs zeker 16 distilleries. In Dufftown zit een zaakje waar je alle waar mag proeven en na wat gesnuffel en genip kiezen we een BenRiach uit. Een van de kustplaatsen waar we door reizen is Cullen, bekend van Cullen Skink; de vissoep van gerookte schelvis, die we voor het eerst in Tarbert aten.
De eerste huiskamervraag van augustus is:
Mail ons je lekkerste soeprecept. Jouw recept worden opgenomen in de receptenpagina.
Moe, nu is het tijd om het geheim van je onovertroffen tomatensoep uit de doeken te doen! Haha.

Als we terug komen, ligt de passantensteiger vol. Naast ons ligt de Charydan van Trudy en GeertJan. Hen kwamen we al eerder tegen in Oban.
Bart gaat nog even vissen en komt met een koolvis thuis. Mooie vis! Later op de avond komen onze buren aan boord met een fles wijn en maken we er een gezellige avond van.


Bertie is relieved to find us healthy and well. He tells all visitors about the mussels, but apparently we are the first to try them. The local bus takes us along the coast to Elgin and Dufftown. Bart catches a pollack this evening and later on our neighbours Trudy and GeertJan join us with a bottle of wine.

Geen opmerkingen: